Het is nu echt voorjaar. Overal in de bermen en slootkanten kleurt het geel van speenkruid, klein hoefblad en dotters, de wat onbestemde roodbruine kleur van het groot hoefblad, vlinders, bijen en hommels zweven en zoemen op beschutte plaatsen tussen de ontluikende knoppen, ook de fitissen zijn terug, er zongen er twee bij de Starrevaart, bij de Amaliahut kwam een waterral even uit het riet tevoorschijn, de eerste fuut met jongen op haar rug. Dat alles vandaag overgoten met zon: de natuur viert haar lentefeest.
Vier fuutkuikens (Podiceps cristatus) liften in Zoeterwoude-Dorp mee op de rug van hun moeder, vader fuut kwam triomfantelijk aangezwommen met een visje in z'n snavel.
Bij de Meeslouwerplas vlogen twee gehakkelde aurelia's (Polygonia c-album), op de foto tussen de katjes, en een kleine vos.
Kleine vogels met een grote snater: winterkoninkjes (Troglodytes troglodytes) zingen overal het hoogste lied, dit klein jantje zat bij de Amaliahut
