Na de mist de polders in, op de laatste bietenresten in de Benthuizer Noordpolder zaten 69 kleine zwanen (60+9) en in de Oostbroekpolder 18. Ik wilde net wegrijden toen ik een gele glimp dacht te zien aan een zwanenpoot. Telescoop opgesteld en zoeken naar de poten die steeds wegzonken in het gras en de plassen.

Maar uiteindelijk vond ik hem: een kleine zwaan die zijn nekring verloren moet zijn en rechts een gele voetring droeg met daarop de code 504. Volgens mij moet er (aan de achterkant van de ring?) ook nog een A op staan, maar die kon ik niet zien. Kortom, ik zal de ring a/Y[504] doorgeven aan het project dat kleine zwanen van gele ringen heeft voorzien, als ik de levensloop van deze zwaan ontvang, zal ik die publiceren.

(Op 19 december kreeg ik bericht van Jenny Earle. Het blijkt een kleine zwaan zonder halsring te zijn, alleen met een voetring. Uit haar eerste reactie blijkt dat de vogel in Engeland is geringd, nadere gegevens volgen nog.)


Deze sperwer (Accipiter nisus) had ik eerder in het riet zien landen, daaruit kwam hij een tijdje later tevoorschijn om even vanaf de poortjes op de plas naar potentiële buit te speuren. Later zat hij op het rietscherm aan de westkant van de Starrevaart.

Op de Meeslouwerplas zat wel een juveniele eidereend (een andere dan die van gisteren), maar de roodkeelduiker wordt niet meer gezien. Op deze plas een dodaars, evenals op het plasje bij de parkeerplaats en op de Starrevaart. Daar zwom ook weer de eenzame kleine zwaan rond, de 6 zwarte ruiters vlogen heen en weer, de grutto en maar liefst 11 rosse stekelstaarten, anderen hadden vlak voor mijn komst 12 van deze exoten geteld.


Zeker tegen de avond zitten er honderden, duizenden meeuwen op de Starrevaart die overdag in de polders naar voedsel zoeken, zoals deze stormmeeuw (Larus canus) in winterkleed.