Het is stil in de bossen, zoals vandaag in het Alblasserbos bij Oud-Alblas. Eksters en gaaien zijn nog wel actief met het verzamelen van allerlei eetbaars, ook wat mezen en winterkoningen scharrelen rond, een paar merels, een enkele grote bonte specht laat zich horen, een buizerd zeilt geruisloos over, een paar bloedrode heidelibellen, maar verder is het heel rustig. Ook de bladeren hoor je niet ritselen omdat het, onder een geheel bewolkte lucht, volkomen windstil is. Een beetje on-Hollands.
Het Alblasserbos begint de eerste tekenen van zijn herfsttooi te tonen
|
|
Uit het bos de polders in, naar de Donkse Laagte in Brandwijk, waar onlangs een bijtgrage schildpad voor opschudding zorgde. Op een hek langs de Geerweg, die aan de zuidkant van dit vogelgebied loopt, rusten 3 tapuiten even uit, 3 buizerds kijken toe als een witgatje laag en roepend overvliegt, een kraai plaagt een sperwer.
Op de Heiweg in Oud-Alblas, een ruilverkavelingsweg, rijd ik stapvoets als plots een massa spreeuwen naar beneden zwiept, sommige plonzen zelfs in het slootje naast de weg, andere klappen op het weiland, in doodsangst. Geen wonder, want midden tussen de spreeuwen zit een havik, een mannetje in zijn loodgrijze mantel, o wat kijkt hij fel uit zijn ogen! Ik beweeg niet want de roofpiet zit vlakbij, op zo'n vijf meter, bovenop een spreeuw. Als ik me (on)voorzichtig iets omdraai, vliegt hij verschrikt op, de spreeuw weet daardoor net aan de vlijmscherpe klauwen te ontsnappen, de havik vliegt er nog even achteraan maar moet die kansloze poging snel opgeven.
|