In mijn achterhoofd had ik er al een beetje rekening mee gehouden omdat het vogeltje maar niet wilde vertrekken, vandaag heb ik van een deskundige gehoord dat de kleine alk van de Zoetermeerse Plas, die ons zo veel leuke momenten heeft bezorgd, ten dode is opgeschreven. Je mag het gerust weten, ik was door dat bericht flink aangeslagen. Toen ik het vogeltje ontdekte, zorgde de verrassing voor een lekker gevoel, nu is dat wel even anders.
Is er dan geen enkele hoop? Nee, zegt zeevogelexpert Kees Camphuysen. De kleine alken die dit jaar op onze kust kwamen, waren allemaal in bedroevend slechte conditie, gestorven aan verhongering en uitputting. Hij heeft er inmiddels vijftig inwendig onderzocht, steeds hetzelfde beeld, 'onze' kleine alk zal daarop geen uitzondering vormen, vreest hij. Hetzelfde gold voor 150 papegaaiduikers (allemaal dood) en enkele duizenden alken.
Camphuysen is ornitholoog, gespecialiseerd in zeevogels, en werkzaam bij o.a. onderzoekbureau CSR Consultancy en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, hij heeft vele publicaties over de zee(vogels) op zijn naam staan.
|
|
De vogel vangen om hem op te lappen, heeft volgens hem geen enkele zin. Het streepje op zijn buik wijst op een mogelijke beschadiging van de buikveren, waardoor de vogel energie kwijtraakt en nog meer voedsel moet vinden, een extra inspanning. Zijn advies: "Ik zou vooral van het beestje genieten zo lang het nog vrolijk zijn gang gaat".
Op het wintermenu van kleine alken staat, voor zover bekend, kleine vis, aldus Camphuysen. In de broedtijd eten ze plankton, vooral kreeftjes en kleine garnalen. Invasies van kleine alken worden vaak gesignaleerd na stormen op zee. Ook is geopperd dat de vogels bij ons terechtkomen als er lange tijd een gebrek aan voedsel is in hun gebruikelijke overwinteringsgebieden.
Hoe dan ook, op deze late zaterdagavond geen Vogeldagboek met kleurrijke foto's maar een bericht met een donker randje. En altijd nog een sprankje hoop...
|