Vanmorgen bevestigde een boven de Starrevaart fladderende boerenzwaluw het aloude gezegde: één zwaluw maakt nog geen zomer. Het was koud, handschoenen aan en muts op, na een paar uur in de hut ook nog koude tenen. De zangvogeltjes lieten het vrijwel afweten, ze zochten beschutting laag in het riet. Langs de Slootweg in Benthuizen wel een man rouwkwikstaart, in De Wilck een paartje witte kwikstaarten, daar tussen de pakweg twintig grutto's op de 'slaapplaats' 1 IJslander.
Op de Starrevaart stonden vele honderden islandica's tussen de 1740 grutto's, ik schat de helft. Andere waarnemingen: ooievaar overvliegend van noord naar zuidwest, vrouw topper, 10 brilduikers (3 man en 7 vrouw), 9 rosse stekelstaarten (5+4), 18 pijlstaarten, 17 bergeenden met de vrouw grote zaagbek, 24 adulte kleine mantelmeeuwen, 32 kluten, 2 kemphanen, 1 bontbekplevier en 8 bonte strandlopers.
Over het opvallende gedrag van de vrouw grote zaagbek, die zich al lange tijd 'opdringt' aan bergeenden, heb ik twee theorieën gehoord. Mogelijk is het een ontsnapte vogel die in de siervijver gewend was om te gaan met bergeenden. Heb (nog) niet kunnen zien of ze geringd is.
Vanmorgen hoorde ik van Ko dat grote zaagbekken, net als bergeenden, hun kroost vaak uitbesteden aan verzorgouders. Je ziet in ons land dan ook regelmatig bergeenden met grote groepen pullen. Misschien dat 'onze' grote zaagbek in haar jeugd in een crèche van bergeenden verzeild is geraakt en zich nu als bergeend gedraagt. Houd haar gedrag in de gaten, dat doe ik vanzelfsprekend ook.
Vanmorgen zaten er flink wat kleine mantelmeeuwen (Larus fuscus - Lesser Black-backed Gull) op de vogelplas. Opvallend is het verschil tussen de diverse vogels. Sommige zijn veel groter dan andere, ook de kleuren kunnen nogal verschillen. Op de foto linksonder een kleine mantel met veel lichtere poten en snavel en een iets donkerder grijs verendek dan de kleine mantel rechtsboven die bijna oranjegele poten heeft en een felgele snavel met opvallend rode vlek. Van deze 'gele' meeuw een extra foto, zie inzet.
