Als er jonge futen zijn, begint voor haar de lente, zei de natuurliefhebster. Voor mij begint de lente als de snoeken paaien, schreef een oud-visser en natuurliefhebber me deze week.
Aan een aantal mensen van wie ik wist dat ze veel van vissen afweten, had ik wat informatie gevraagd over een snoek die ik maandag in de slootkant langs de Starrevaart zag zwemmen. De vis was daar wat aan het 'rommelen'.
Een lange, slanke vis met opvallende vinnen en buikvlekken. Ik kon de kop niet zien. Dat het een snoek was wist ik nog wel, maar verder hield mijn kennis op.
Hier nogmaals de vrouw snoek (Esox lucius - Pike, female) van maandag.
Een joekel van een snoek, en dat zijn vrijwel altijd vrouwtjes, werd mij verteld. Een 'legger' van waarschijnlijk langer dan een halve meter. Mannetjes, de 'jagers', zijn aanzienlijk kleiner. Een legger heeft altijd escorte van een aantal 'minnaars'.
Ze bevond zich in het slootje tussen oostka en Starrevaart, ondiep water dat snel opwarmt. Als de watertemperatuur 6 graden heeft bereikt, gaan snoeken paaien, of het nu februari of april is. De eitjes (vlak voor het paaien tot een kwart van haar lichaamsgewicht) worden altijd op plantenresten afgezet. En daar zag ik haar dan ook tussendoor zwemmen.
Poetsende man gele kwikstaart (Motacilla flava - Blue-headed Wagtail, male) vanmorgen langs de Starrevaart.
|
|
Waterpieper (Anthus spinoletta - Water Pipit) ruiend naar zomerkleed. Straks zijn de winterspikkels op de borst vervangen door zacht roze. Maar tegen die tijd zijn ze al vertrokken naar hun broedgebieden in bergachtige streken van Midden-Europa.
Vanmorgen opnieuw maar tevergeefs gekeken naar paaiende snoeken. Toen ik dicht langs de slootkant liep, stootte ik wel een bokje op! Het was trouwens toch een dag van leuke waarnemingen. Een uitbundig zingende zwartkop bij de uitkijktoren, en in het riet langs de vogelplas liet een snor driemaal zijn ratelzang horen.
Tussen de tien (witte) kwikstaarten een vrouw rouwkwikstaart en een foeragerende knalgele man gele kwikstaart. Zes waterpiepers ruiend naar volledig zomerkleed, een vogel had dat al aan. Prachtig! Helaas had ik mijn dag kennelijk niet, want het fotograferen van al deze schoonheden leverde matige resultaten op.
Een vrouw rouwkwikstaart (Motacilla yarrellii - Pied Wagtail; female). Te herkennen aan zwarte stuit, donkere gevlekte rug en grijze flanken. Bij twijfel met een man 'gewone' witte kwikstaart geeft die flankkleur de doorslag.
Verder o.a. langs noord- en oostkant Starrevaart nog zo'n 25 rietgorzen, 18 graspiepers, 3 rietzangers, 3 mannen en 2 vrouwen brilduiker, 3 oeverzwaluwen en overvliegend een vrouw sperwer en een vrouw bruine kiekendief. En hoorde ik daar ook nog een baardmannetje in het riet tikken, of....
|