De graszanger liet zich vanmorgen enkele malen goed zien en horen in de Leidschendammerhout. Het vogeltje zat in de ruigte met ten minste 3 paapjes. In de LDH verder o.a. een overvliegende boomvalk en 1 zwarte ruiter.
Waar de naam 'paapje' vandaan komt, is niet bekend. Volgens De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis betekent de wetenschappelijke naam 'in braamstruiken voorkomende rotsbewoner'. Het woord 'paapje' zou iets te maken hebben met de kleur van habijten van kloosterlingen. In ons land broeden steeds minder paartjes, nog zo'n 500 à 700, vooral in het noordoosten van ons land en ook nog in de duinen (SOVON).
Het is vreselijk moeilijk de graszanger (Cisticola juncidis - Zitting Cisticola) op de foto te krijgen. De vogel is erg klein, beweeglijk, je ziet hem soms maar even. Vanmorgen kroop hij zo'n halve minuut lang langs een rietstengel. Dan nog eens tegenlicht... nou ja, in elk geval is nu zijn kop ook een beetje zichtbaar!
Een van de paapjes (Saxicola rubetra - Whinchat) in de LDH.
|
|
Veel makkelijker op de foto te zetten zijn meeuwen. Maar niets is zo moeilijk als het determineren van meeuwen. Er zijn namelijk zo veel afwijkingen in de verenkleden, dat zelfs ervaren meeuwenkenners het vaak oneens zijn met elkaar. Een belangrijke oorzaak van die verschillen is de geografische herkomst. Op deze foto's in elk geval duidelijk jonge zilvermeeuwen, boven een juveniele vogel (Larus argentatus - European Herring Gull; juvenile; above), onder een 2e kalenderjaar zilvermeeuw (Larus argentatus - European Herring Gull, 2 cy).
Op de Starrevaart (waar anderen een slechtvalk en een visarend zagen) o.a. 1 geoorde fuut, 15 lepelaars, de kuifeend met blauwe neusring, 2 bonte strandlopers, 2 juveniele krombekstrandlopers, 40 watersnippen, 1 grutto, 5 kemphanen, 19 zwarte ruiters en 2 kluten. Langs het Zwetslootpad 1 tapuit en in de Zwetpolder 1 grote zilverreiger.
|