Deze man fazant (Phasianus colchicus - Pheasant; male) is geen algemene tuinvogel.
Toch heb ik hem al driemaal in onze tuin gezien, vanmorgen nog. De foto is van 13 januari.
Deze fazant, een akkervogel, hiphopt al wekenlang in de bebouwde kom van Benthuizen van tuin naar tuin.
Ik vermoed dat hij voor jagers op de akkers ten zuiden van Benthuizen is gevlucht.
Dat was op oudejaarsdag, de laatste dag dat vrouwtjes fazanten mochten worden afgeknald.
Ik zag die mannen met hun geweertjes in linie bij de fruitboomgaard marcheren.
Waarom weet ik niet, maar ik vroeg me ineens af of ze ook naar de kerk gaan, om hun Liefde te belijden.
Voor mannen fazanten is het nog even oppassen: ze mogen tot 31 januari bejaagd worden.
Zaterdag en zondag is de Nationale Tuinvogeltelling 2008.
Vogelbescherming Nederland organiseert deze leuke maar ook informatieve actie al enkele jaren.
Leuk? Jazeker! Zaterdag en zondag (ik doe het meestal zondag, een rustige dag)
tel je gedurende een uur alle vogels in je tuin en geef je die aantallen door aan Vogelbescherming.
Als je klikt op de bovenstaande banner, kom je op de site waar de telgegevens kunnen worden ingevuld.
Er zijn zelfs prijzen te winnen, maar dat is uiteraard een stimulerende bijkomstigheid.
Via de banner zijn nu al heel wat gegevens op te vragen, zoals foto's en geluiden van twintig algemene tuinvogels.
Iedereen ontvangt per e-mail de uitslag van de vogeltelling. Maandag staat de mijne in Vogeldagboek.
Spreeuwen (Sturnus vulgaris - Starling) scoren altijd goed in tuinvogeltellingen.
Deze spreeuw gisteren gefotografeerd in onze conifeer.
De afgelopen dagen heb ik tientallen e-mails gehad dat ik er goed naast zat.
Putters, vogeltjes die zaden uit bolsters peuteren, had ik geschreven.
Dat is inderdaad een verklaring voor hun naam die je in de literatuur kan tegenkomen.
Veel algemener is de opvatting dat putters genoemd zijn naar hun aangeleerd kunstje
om water (of zaad) met een emmertje (vingerhoed) uit een reservoir te putten. Daarvoor bestaan zelfs speciale kooien.
Over die mogelijkheid werd al eeuwen geleden (rond 1555) geschreven.
Bekend is een schilderij een eeuw later van Carel Fabritius van een putter met emmertje.
Michael Zevenhoven, de zoon van mijn in januari 2007 overleden vogelvriend Aad, schreef me:
Zo kan ik mij nog goed herinneren dat ik als kereltje van 8 jaar met mijn vader naar de Boskoopse vogelmarkt ging.
Er stonden altijd wel een paar oude baasjes met een sierlijk kooitje waarin een puttertje zijn kunstje vertoonde.
Vanuit de kooi kon de distelvink een overhellend plateau bereiken, waarin een gat zat van ongeveer 2 centimeter.
De vogel kon een vingerhoed aan een kettinkje in een ongeveer 20 centimeter lager staand glas water laten zakken.
Dat glas was ongeveer 15 centimeter hoog en was voor ongeveer 5 centimeter gevuld met water.
Putter (Carduelis carduelis - European Goldfinch) vanmorgen bij het Zoetermeerse Noord-Aastrand.
Nadat de putter de vingerhoed in het glas had gedeponeerd,
trok hij via een zijwaartse beweging met zijn snavel aan het kettinkje, zette daarna zijn poot op de ketting,
pakte het weer met de snavel en herhaalde dat enkele malen totdat de vingerhoed aan de rand van het plateau was.
Daarna kon de 'putter' hieruit water nippen.
Een tactiek overigens die veel vogels toepassen in allerlei omstandigheden.
Kijk maar eens hoe kauwen vetbollen aan het draadje naar boven trekken.
De vraag zal blijven: wanneer en waarom kreeg dit fraaie vogeltje in het verre verleden zijn naam putter.
Terugkomend op mijn opmerking waarom er zo weinig jonge kleine zwanen (en kennelijk ook andere ganzen- en zwanensoorten) zijn:
in SOVON-nieuws las ik dat langdurige koude en sneeuwbedekking in grote delen van de toendra langs de Barentsz Zee
waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak is voor het magere broedseizoen.
Waarnemingen. Dinsdag Starrevaart een over de plas vliegende roerdomp. Twee grote zee-eenden op de Zoetermeerse Plas.
Woensdag 2 slechtvalken in De Wilck, 58 kleine zwanen Meerpolder, 26 plus 2 juveniele in de Oostbroekpolder.
In het Zoetermeerse Noord-Aagebied ca. veertig putters en tien sijzen foeragerend in elzenstruiken.
In de Geerpolder ongeveer vijfhonderd kolganzen. In de polders minder (5) grote zilverreigers dan anders.
Vogels strekken regelmatig hun vleugels en poten, ook tijdens het foerageren.
Zo ook vanmiddag deze zwaar gestreepte kolgans (Anser albifrons - Greater White-fronted Goose) in de Geerpolder.