Auteur Uitgave
|
De spreeuw
De journalist/bioloog Koos Dijksterhuis is geen onderzoeker die zijn leven geofferd heeft aan research naar één of enkele vogelsoort(en). Maar iedereen die zijn andere boeken gelezen heeft en zijn Natuurdagboek in Trouw volgt, weet dat hij met verstand van zaken schrijft. Dat bewijst hij in dit nieuwe deel uit de boeiende Atlas Vogelserie. In De spreeuw heeft hij zijn persoonlijke ervaringen vermengd met de essentie van (recente) onderzoekingen naar de spreeuw. Dat levert een pakkend beeld op van een vogel die toch altijd wat in de schaduw heeft gestaan van de huismus, een andere ’tuinvogel’ die het zwaar te verduren heeft. Dat alles als gevolg van “de sterilisering van het landschap”. Maar ook landbouwgif en door de wc gespoelde medicijnresten krijgen spreeuwen binnen. De grootste ‘natuurlijke’ vijand van de spreeuw is de huiskat; de dichtheid aan katten is duizend keer zo hoog als van alle andere roofdieren die de spreeuw bedreigen. Spreeuwen kunnen prachtig zingen en ze zijn ook nog mooi. Als individu met hun iriserende kleuren en gespikkelde verenpak, als collectief in enorme spreeuwenwolken die bij aanvallen door roofvogels de fraaiste verdedigingspatronen vormen. Dijksterhuis, ook socioloog, suggereert dat de vogels “ook zwermen omdat ze het reuzegezellig vinden”. Hoe zou je dat kunnen onderzoeken? Waarom slapen spreeuwen in grote groepen bij elkaar? Voelen ze zich dan veiliger? ‘Bespreken’ ze met elkaar de beste voedselplekken? Zo zijn er nog veel vragen, zoals over de trek. Oriënteren spreeuwen en andere vogels zich niet alleen op zon en sterren maar ook op aardmagnetische velden? En hoe dan precies? Wel duidelijk is, zo legt de auteur uit, waarom spreeuwen mijthoudende bladeren in hun nest leggen en waarom mannetjes bij voorkeur oude vrouwen versieren met jonge blaadjes. Zo verrast hij regelmatig met zijn taalgebruik: “Er staan wel honderd vogels in mijn top tien”. Waar het volgende boek van Dijksterhuis over gaat, heeft hij tussen de regels door verklapt. Zonder nadere verklaring schrijft hij “dat dieren net als wij seks hebben omdat ze het fijn vinden en niet om zich voort te planten”. Leg deze snakerij eens uit Koos! AdG, 20 juni 2016 |
De spreeuw
|