Bossen blijven altijd prachtig om in te wandelen, maar in deze tijd van het jaar zijn er niet veel vogels te zien en te horen. De paartijd is voorbij, het verzorgen van de jonkies is voor de meeste soorten afgelopen, en de nog aanwezige vogels zoeken stilletjes naar voedsel om zo sterk mogelijk de winter in te gaan.

Zo ook vanmorgen in het Alblasserbos. Er waren heel weinig vogels waren actief, dus heb ik me maar in het zonnetje gekoesterd en naar de vlinders gekeken. Veel witjes, en in mindere mate dagpauwogen, atalanta's, kleine vossen, gehakkelde aurelia's en landkaartjes. In de polder Zuidzijde (Oud-Alblas) foerageerde een lepelaar.


In mei had ik een foto meegestuurd van een lente-landkaartje, die veel lichter is dan de zomergeneratie. Nu dan een zomer-vlinder, boven een vrouwtje landkaartje (Araschnia levana prorsa) en rechts de onderkant van deze vlinder, waaraan hij z'n naam te danken heeft.

Onderkant vrouwtje landkaartje (Araschnia levana prorsa).