Vrijdagavond (De Wilck) en zaterdagmorgen (Buytenpark en Westerpark) enkele korte tripjes in de omgeving gemaakt. het zijn drie volledig verschillende gebieden, De Wilck midden in de vlakke polders, het Buytenpark en verwilderde, begroeide, oude vuilnisopslagplaats en het Westerpark, ook al (gedeeltelijk) op vuilnis, een 'keurig' onderhouden park met enkele ruige hoekjes.
In een van die hoeken, aan de westkant tegen een vuilstort met nog zichtbaar puin, ging ik op zoek naar aardakers. Het zijn beschermde planten met helderrode, sterk ruikende bloemen, die ik hier jaren geleden eens had zien staan. In een van de weinige 'wildernissen' in het Westerpark kon ik ze niet vinden, misschien komen ze niet meer voor. Tot mijn verrassing wemelde het in die hoek, een beschutte plek tegen een helling van de vuilberg, van gehakkelde aurelia's, bruine zandogen, landkaartjes en witjes. In het Buytenpark vielen me de vele (jonge) kleine karekieten op, maar verder was er vandaag weinig bijzonders te melden.
Hier en daar zie je in het landschap van die grote stekelige bloemen, de grote kaardenbol (Dipsacus fullonum - Wild Teasel), ook al een beschermde plant. Deze kaardenbol in het Buytenpark is nog niet volgroeid en moet zijn paarse, lila-achtige bloemen nog krijgen.
Deze kemphaan (Philomachus pugnax - Ruff) viel mij op door zomaar één oranjeveer op zijn borst. Het leek wel op een zendertje of zoiets, maar de vogel droeg verder geen ringen, dus zal het wel een oranjegezinde vogel zijn.
|
|
Ik ben en blijf een polderjongen, grootgegroeid in de weilanden van de Alblasserwaard. Daarom trekt een gebied als De Wilck me bijzonder. Vlak, met verre uitzichten (het woord 'weids' kan ik moeilijk meer gebruiken want daarvoor kijk je te snel tegen de gebouwen van Zoetermeer en Alphen aan; de Alblasserwaard en bijvoorbeeld ook de Krimpenerwaard zijn nog échte poldergebieden), je dwingend tot interne beschouwingen, zoals de zee dat ook doet.
Plasjes horen in zulke poldergebieden, de Wilckplas is weliswaar kunstmatig aangelegd maar past als gesneden in de polders. Veel vogels maken daar dan ook dankbaar gebruik van, gisteren telde ik er o.m. 3 zwarte ruiters, 1 bosruiter, 26 kemphanen, 6 kleine plevieren, 4 al grote juveniele visdieven (die waarschijnlijk niet op de plas zelf zijn grootgebracht, daar lijken alle broedsels mislukt), 1 juveniele buizerd en 1 adulte vrouw bruine kiekendief.
Zwarte ruiters (Tringa erythropus - Spotted Redshank) vertonen alle schakeringen tussen roetzwart tot lichtgrijs, van zomer- tot winterkleed. Deze vogel is ook al aan het ruien, de zwarte zomerveren worden vervangen door het grijze winterkleed.
Bij thuiskomst vrijdagavond begroette deze zanglijster (Turdus philomelos - Song trush) me luid zingend vanaf het dak van de buren.
|