De kievit

De_kievit

Auteur
Sake P. Roodbergen

Uitgave
Atlas Contact 2018
228 pagina’s, 15 x 21,5 cm
ISBN 978 90 450 3460 7
€ 21,99

Vogelserie
Atlas Contact is in 2014
gestart met de Vogelserie

Deel 1:  De rotgans, Barwolt Ebbinge
Deel 2:  De gierzwaluw, Remco Daalder
Deel 3:  De slechtvalk, John A. Baker
Deel 4:  De kauw, Achilles Cools
Deel 5: De grutto, Albert Beintema
Deel 6:  De koekoek, Nick Davies
Deel 7:  De spreeuw, Koos Dijksterhuis
Deel 8:  De huismus, Kees Heij en Jacques Vos
Deel 9:  De goudvink, Achilles Cools
Deel 10: De merel, Hay Wijnhoven
Deel 11: De meerkoet, Remco Daalder
Deel 12: De zilvermeeuw, Kees Camphuysen
Deel 13: De kievit, Sake P. Roodbergen

De kievit

Als de uitgever van een uitstekende reeks gedetailleerde boeken over vogelsoorten aan een Fries vraagt een boek over de kievit te schrijven, mag je rekenen op gooi- en smijtwerk met aaien. Sake P. Roodbergen, die vaak opgetogen kon schrijven over en vóór de traditie van het zoeken naar kievitseieren, kreeg die kans.

Een fors deel van zijn boek De kievit gaat dan ook over de meningsverschillen tussen Vogelbescherming Nederland en zijn Bond van Friese Vogelbeschermingswachten (BFVW). Maar ook erkende weidevogelkenners als Albert Beintema e.a. krijgen het voor hun kiezen. (“Albert neemt nu toch echt wel een beetje een loopje met de ljipaaisiker” – kievitseierzoeker.)

Roodbergen: “Sommige tegenstanders van het kievitseierenzoeken beweren dat de allereerste eieren in een voorjaar groter zijn dan de latere. Uit die eieren zouden dan de sterkste jonge kuikens komen. Naar mijn waarneming is dit borrelpraat van de zuiverste soort. (…)”

In de huidige tijd – schuld van de tv – van ‘smullen van ruzies’ past dit boek wel. Maar dan zou ik voorbijgaan aan dát gedeelte van het boek dat over de kievit zelf gaat. Want er zullen weinig ‘Hollanders’ zijn die het gedrag van de Wachter van het Weiland uitgebreider bestudeerd hebben en beter kunnen beschrijven dan deze Fries. Het boek is bijgevolg doorspekt met Fries.

Niets is boeiender dan het gedrag van vogels gade te slaan. Of het nu de merel in de tuin is, de kraai bij de boerderij, de kokmeeuw op het broedeiland of de weidevogels op de graslanden. Neem er de tijd voor, dan beleef je een nieuwe wereld. Voor Roodbergen is de kievit de vogel die – vrijwel – geen geheimen meer voor hem heeft. Hij geeft zeer gedetailleerde en vaak verrassende beschrijvingen over het gedrag van de kievit.

“Voor de eierzoeker is de paringsfase van cruciale betekenis. Dat wat er direct na de paring gebeurt, toont de eierzoeker of er sprake is van een kansrijke of kansloze situatie. Als het mannetje na de paring bij het vrouwtje blijft staan, even rondkijkt en vervolgens met gebogen kop in de markante verstijfde houding, vaak enigszins zijwaarts lopend, wegdribbelt en op enkele meters afstand van de plaats van de paring een nest gaat zitten schrapen, dan is er sprake van een niet in de loterij. De eierzoeker kan beter zijn weg vervolgen en elders een nieuwe kans proberen te vinden.”

“Maar als het mannetje meteen na de paring wegvliegt van het vrouwtje en zich op niet al te grote afstand, op een hoek van het veld posteert, gaat staan met de hals wat gestrekt, dikwijls op een geringe verhoging, klaarblijkelijk ‘op de uitkijk’, dan is sprake van een prijs.”

Door zijn waarnemingen heeft hij o.m. vastgesteld dat polygamie, het hebben van meerdere vrouwtjes, bij kieviten veel voorkomt, “veel meer dan wij ons als veldmensen doorgaans realiseren. Volgens uitkomsten van onderzoek naar dit aspect paart twintig tot vijftig procent van alle mannetjes in een voorjaar met meer dan één vrouwtje.”

Dit bijzonder boeiende boek over kieviten verhaalt over de geschiedenis van de kievit, over plaatstrouw, partnertrouw, de aanpasssing van de kleur van de eischaal aan de ondergrond, over de tijdsverschillen van de vondst van de eerste kievitseieren, over predatoren als vossen, over het verbod door de rechter om “de viering, dat feest, voor het vinden van het eerste kievitsei aan de provincie en haar inwoners te onthouden”. Overigens nauwelijks opmerkingen op een door velen vastgestelde oorzaak van de terugloop van weidevogels door te droge, te zwaar bemeste en te vroeg gemaaide graslanden.

Soms zou je in een bespreking het hele boek willen samenvatten, zoals met De kievit. Dat kan niet. Alleen al de klaagzang van Roodbergen dat het ‘model’ van de Friese kievitbeschermers (uiteraard met het rapen van de eerste eieren als sociale component) niet is nagevolgd, is te uitgebreid, dat moet u echt allemaal zelf lezen. Net als de rest: zelden zo’n emotierijk boek over vogels gelezen, een indrukwekkende geloofsbelijdenis.

Is hij somber gestemd nu “de sterren aan de hemel van het universum van mijn jeugd en jongensjaren zijn verbleekt?” Roodbergen ziet geen ‘grootse toekomst’ meer voor zijn kievit, maar wel een kleinschalige populatie overlevers bij boeren (en in het buitenland) die oog en liefde voor de kievit hebben. Laten we het met hem hopen.

AdG, 25 mei 2018

de Vogeldagboeken© van Adri de Groot, impressies van flora en fauna