Auteur en illustraties Uitgave Vogelserie Atlas Contact |
De houtduif ‘Van zo’n vogel kun je een leven lang leren en eindeloos genieten’. Deze slotzin van Hay Wijnhoven in zijn indrukwekkende relaas over houtduiven typeert zijn gehele boek: die bolle vogels hebben veel meer te vertellen dan als schietschijf te dienen voor plezierjagers. Want als ze niet zo lekker zouden smaken in de soep of als biefstukjes, zouden ze deze vogel wel links laten liggen, denkt de auteur. Elk jaar worden in ons land zo’n driehonderd- tot vierhonderdduizend houtduiven geschoten. Dat is nog niets in vergelijking met Groot-Brittannië: drie tot zeven miljoen! Wijnhoven onderschrijft dan ook de mening dat er niet ‘dwangmatig’ moet worden gejaagd maar dat er veel meer aandacht aan de bescherming van gevoelige schadegewassen moet worden gegeven. De houtduif is een allesomvattend boek over deze vogelsoort, zoals alle uitgaven in de uitmuntende vogelserie van Atlas Contact. Wijnhoven bestudeert ze al vele jaren, tot in detail. Zo ontdekte hij onder zijn optische instrumenten allerlei levende wezentjes in de veren van houtduiven, in de veerschachten zelfs schachtmijten, een familie waarmee zich wereldwijd maar een paar onderzoekers bezighouden. ‘Het zijn de wonderlijkste parasieten waarin ik me ooit heb verdiept’, schrijft hij over deze diertjes die maximaal een halve millimeter groot zijn. De houtduif zelf is de grootste duivensoort van Europa. Ze kunnen zestien tot achttien jaar oud worden, maar de gemiddelde levensverwachting is slechts 16,8 maanden. Wereldwijd wordt hun aantal geschat op vijftig à zeventig miljoen, in ons land tussen de drie- en zeshonderdduizend broedparen. Enorme aantallen. Maar in Noord-Amerika kwamen tot begin twintigste eeuw enkele miljarden trekduiven voor die in een paar decennia uitstierven door ongebreidelde jacht en ontbossing. Het kan snel gaan. Voorlopig zie je nog vrijwel overal de houtduif met zijn witte halsband en zwarte staartband (‘met de statigheid van een heer in slipjas’) en zijn diepe vijftonige roekóekoe-koekoe; ’s zomers boven korenvelden grote zwermen, in het najaar in akkers met koolsoorten. Aardig is de anekdote van een paartje dat bij zijn zolderraam ging nestelen. Hij trekt de vergelijking met het onderzoek van Rob Bijlsma over de broedassociatie tussen houtduif en boomvalk. Boomvalken verdedigen hun broedterritorium fanatiek en daar profiteren houtduiven van. Een soort buurtpreventie. Wijnhoven suggereert dat het koppel houtduiven bij zijn zolderraam ging broeden omdat met hem in de buurt gaaien en eksters op een afstand zouden blijven! ‘Ik voelde me vereerd als beschermheilige te zijn uitverkoren’. Wijnhoven heeft talloze uren besteed aan het observeren van het gedrag van houtduiven, als individuen maar vooral als paar: duiven hebben een paarband voor het leven, houtduiven waarschijnlijk ook al is dat niet onderzocht. Dat zou hij via ringprojecten graag te weten willen komen, en op die manier nog veel meer dingen over zijn geliefde duivensoort: territoriumtrouw, familierelaties, foerageergebied, actieradius, leeftijdsopbouw, individuele verschillen in gedrag enz. De houtduif is een boeiend en hier en daar romantisch geschreven boek over een vogelsoort die we allemaal kennen maar waarvan we, ondanks dit wetenswaardige verslag, nog lang niet alles weten. AdG, 22 juli 2024
|
De houtduif
|